Een overzichtsartikel over de campagne 2021-2023 vind je onder de link: http://www.natuurpuntoostbrabant.be/docs/PDF/N&L2020-4-50Jaar.pdf
Ook Vlaanderen moet grote stappen zetten om de biodiversiteit te beschermen. Volgens het UN rapport moet in het lopend decennium minstens 30% van de land- en zee-oppervlakte de status beschermd natuurgebied krijgen.
Dit werd ook vertaald in de EU Biodiversiteitsstrategie waar deze 30% beschermd natuurgebied vooropgesteld werd en elk van de lidstaten in dit kader een taakstellende opdracht zullen krijgen. Daarnaast is er ook de taakstelling
opgenomen in de EU Biodiversiteitsstrategie en de Strategie van " Farm to Fork" ( FtoF) om binnen het agrarisch areaal 10% ruimte voor Natuur ( Niet productief areaal/NPA - Space for Nature/S4N) met een groen-blauwe dooradering
met struwelen, houtwallen, ruigere bermen en stroken met ruigtekruiden enz te voorzien. Zodat op deze manier de open ruimte en het platteland van een groene woestijn terug een levend platteland kan worden.
Vele lijnen komen hier samen om actuele problemen en uitdagingen op te lossen: biodiversiteit en klimaat, waterbeheer en ruimte voor beleving.
De laatste 3 jaar hadden we binnen NPOB de campagne ' Robuuste vallei als Klimaatbuffer en hefboom voor biodiversiteit" waarbij elke vallei in Oost en Midden Brabant in de kijker gebracht werd. Er werd een beeld gevormd en gepleit werd om te komen tot robuuste valleisystemen met ruimte voor natuur en ruimte water, voor gedurfde beslissingen om de verdere aantasting, versnippering en verstening van de valleien tegen te gaan en ruimte te geven voor water en voor natuurontwikkeling. Zie synthese document onder link: http://www.natuurpuntoostbrabant.be/node/374
Een integrale benadering betekent dat ook de sprong moet gemaakt worden van een perceelsgerichte benadering naar een valleisysteemgerichte benadering.
Met de viering van 50 jaar NPOB worden voor de komende 3 jaar een campagne opgezet onder het thema: ' 50 jaar later en 20 jaar ' waarbij deze lijn doorgetrokken worden en onze afdelingen en teams terugkijken hoe we de laatste 50 jaar perceel per perceel, stap voor stap op zovele plaatsen in Oost- en Midden Brabant natuurgebieden als een aaneenschakeling van een lappendeken konden uitbouwen. Hierdoor kon de sterke achteruitgang van de biodiversiteit nog enigszins gemilderd worden. Maar we willen vanuit deze reflectie vooral ook mee te denken aan Natuur 20 jaar verder met samenhangende grote natuurgebieden ( 30% van de Streek), vergroening in Stad en dorp en levend platteland met een groen blauwe dooradering.
De realisatie van 30% van de oppervlakte beheerde natuur zoveel mogelijk in samenhangende complexen die ook hun bijdrage leveren als klimaatbuffer en waar door vernatting in de valleien en veenvorming ook aan koolstofopslag gedaan wordt en terzelfdertijd deze gebieden een leefgebied voor onze wilde planten en dieren in hun levensgemeenschappen vormen en een belevingsgebied voor de mensen. Hier kunnen instrumenten zoals de Blue deal met versterking en ontwikkelen van natte natuur ten volle spelen. Dat betekent wel dikwijls een ommekeer in denken vb rond waterbeheer waar nu nog elke waterloop jaarlijks geruimd en dikwijls verdiept wordt en nog steeds het adagio geldt dat water zo snel mogelijk moet afgevoerd worden zodat de voorraad winterwater totaal verdwenen is voor het groeiseizoen en geen rol meer kan spelen om de droogtecrisis die we nu jaar na jaar hebben in de zomer te helpen oplossen.
Parallel hiermee moeten in zulke strategie een vergroening in de stad en dorp vooropstaan en een radicale keuze om de 50% overige open ruimte die ons rest om te buiten van voor biodiversiteit en beleving ' groene woestijn' naar een levend platteland. waar de 'stille lente' ( Silent Spring) terug omgebogen worden tot een levend festijn met zingende leeuweriken, piepers,, gorzen, kneus, kievieten, patrijzen. De " groene woestijn " dit omgebouwd wordt tot een duurzaam landbouwproductie-areaal dat tevens een belevingsruimte is.
De vergroening binnen stad en dorp met ruimte voor infiltratie en opvang van water, gekoppeld aan functioneel stads- en dorpsgroen dat tevens dienen als verkoelingsmotor waardoor het ' hitte-eiland' effect in de stedelijke omgeving verminderd wordt. Ook hier gaan verschillende doelen samen: waterbeleid, klimaatregulering en -buffering, leefbaarheid en beleving en biodiversiteit.
Voor de strategie naar de overige 50% nl het landbouwgebied is de opdracht en de uitdaging even acuut en actueel. Als de principes die vooropstaan in de recent uitgebrachte EU Biodiversiteitsstrategie en de ' FtoT" strategie van papieren intenties omgezet worden tot realisaties op het terrein waarbij o.m de 10% Space for Nature ( S4N) binnen het agrarisch areaal, met een drastische vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, met een bescherming en buffering van onze waterlichamen concreet gerealiseerd worden waaraan ook de inkomenssteun gekoppeld wordt die in het kader van het Europees Landbouwbeleid voorzien is. Concreet zou dit kunnen neerkomen op vooreerst een strikte bescherming en behoud van wat nog aanwezig is als natuurlijke en landschappelijke structuur in het landbouwgebied zoals permanente graslande, Kleine landschapselementen, holle wegen en taluds met hun schouders, de houtwallen en bosjes, stroken met ruigte en de verplichte bufferzones aan weerszijden van alle waterlichamen, al of niet permanent watervoerend. Daarnaast moet met de 10% Space for Nature als doorstelling er een groen-blauwe dooradering van het agrarisch landschap tot stand komen met ruigte- en struweelstroken, hagen, heggen en houtwallen. Ook hier gaan biodiversiteit, klimaatbuffering, vermindering van erosie en integraal waterbeheer en het scheppen een ' belevenislandschap ' hand in hand. Hierdoor wordt het beleid rond de open ruimte een breed maatschappelijk gebeuren en niet langer de uitsluitende bevoegdheid van schare experten en belangengroepen die direct van het bestaande landbouwsysteem verbonden zijn.
Daarom moeten we nu actie voeren zodat de principes van de Biodiversiteitsstrategie en de "FtoF' strategie niet langer loze kreten zijn maar opgenomen worden in de uitrol van het Europees Landbouwbeleid en voor Vlaanderen in het 'Vlaams Strategisch Plan Implementatie Europees Landbouwbeleid'. De Vlaamse Regering moet dit strategisch plan voor eind 2021 indienen bij de Europese Commissie. Enkel door hier een brede discussie rond te voeren zullen we erin slagen dit beleid te verplaatsen van het werkveld van een besloten experten- en belangengroep vanuit de bestaande landbouwstructuren en belangen die als enige doelstelling hebben het toekomstig beleid zo kort mogelijk te laten aansluiten bij het huidige landbouwbeleid en de vergroening te herleiden tot enkele p.r greenwashingspunten die noch effectief noch efficiënt zijn.
Het is duidelijk : In de Corona tijd is bewezen dat we meer ruime voor natuur, beleefbare steden en dorpen en ook een kwalitatieve open - plattelandsruimte waar de groene woestijnen omgevormd tot een levend land vol van biodiversiteit en belevingskansen. Het is duidelijk dat we hier voor een trendbreuk staan en dat het ook in de post Corona tijd het anders dan voordien zal moeten. Het is duidelijk dat er ook in de post Corona er een omslag zal komen waarbij we onze quality time anders zullen invullen met minder weekendtrips heen en terug per vliegtuig naar verre oorden
met een hoge ecologische ecologische voetafdruk tot gevolg en aan een scheefgetrokken prijs naar invulling van deze quality-time naar kansen om dit al wandelend, joggend, fietsen, mountainbikend, paardrijdend in een kwaliteitsvol belevingsafstand op fiets- en wandelafstand van de woonplaatsen te doen. Natuur en Landschap worden dan een kans voor de streek en elke lokale gemeenschap.
Onze campagne nav 50 jaar NPOB ' 50 jaar later en 20 jaar verder ' wil hier een hefboom voor zijn.
Een overzicht van de folders in kader robuuste valleien: http://www.natuurpuntoostbrabant.be/node/338
De synthesepublicatie Robuuste valleien: http://www.natuurpuntoostbrabant.be/node/374